Waarom herkent mijn HP-printer cartridges niet?

Heeft jouw HP-printer moeite met het herkennen van nieuwe inkt cartridges? Dit probleem komt vaak voor bij HP-gebruikers over de hele wereld, vooral wanneer ze gebruikmaken van nagevulde, compatibele of gereviseerde cartridges.

Nadat je lege inktcartridges hebt vervangen door nieuwe, kunnen de volgende foutmeldingen of meldingen plotseling verschijnen:

• "Toner is niet compatibel"
• "Printer herkent cartridge niet"
• "Lage inkt- of tonerniveaus"
• "HP-cartridges vergrendeld" of "cartridgebescherming ingeschakeld"
• "Geen cartridge geïnstalleerd"

Waarom worden de inktcartridges niet herkend?

1. Interne geheugen van de printer moet worden gereset
2. Metalen contactpunten moeten worden schoongemaakt
3. Beschermende tape of strip is niet verwijderd
4. Schakel cartridgebescherming van HP uit
5. Verkeerde / defecte inktcartridges
6. Onjuiste installatie van de cartridge

1. Interne geheugen van de printer moet worden gereset

Normaal gesproken kan je HP-printer de inktniveaus correct detecteren of nieuwe inktcartridges herkennen. In sommige gevallen kan het echter misgaan omdat het interne geheugen van de printer vol is. Hierdoor "denkt" de printer nog steeds dat er een oude of lege cartridge wordt gebruikt, ook al heb je deze al vervangen door een nieuwe. Je kunt dit probleem oplossen door het interne geheugen van je HP-printer te resetten:

• Verwijder de nieuwe inktcartridge en plaats de oude inktcartridge terug in de printer.
• Wacht ongeveer 10 minuten voordat je doorgaat naar de volgende stap.

• Verwijder de oude inktcartridge en installeer de nieuwe inktcartridge opnieuw.

Je HP-printer zou nu je nieuwe inktcartridges moeten herkennen. Als dit nog steeds niet het geval is, probeer dan deze alternatieve stappen:

• Verwijder de nieuwe inktcartridge uit de printer.
• Schakel je HP-printer uit en haal de voedingskabel eruit gedurende 10 minuten.
• Sluit de voedingskabel weer aan, maar zet de printer nog niet aan.
• Plaats de nieuwe inktcartridge terug in de printer.

• Zet de printer aan en maak een testafdruk om te zien of de inktcartridge wordt herkend.

2. Metalen contactpunten moeten worden schoongemaakt

HP-inktcartridges hebben verschillende metalen contactpunten die verantwoordelijk zijn voor het overbrengen van elektronische signalen naar de printer. Deze verbinding maakt het mogelijk dat de printer de cartridge opdracht geeft om inkt vrij te geven en deze aan het papier aan te brengen tijdens het afdrukken.

Wanneer de metalen contactpunten vuil of beschadigd raken, wordt de communicatie tussen de printer en de inktcartridge verstoord, wat leidt tot dat de HP printer de cartridge niet herkent met fouten zoals "HP-inktcartridge werkt niet". Zorg ervoor dat je metalen contactpunten schoon zijn door de volgende stappen te volgen:

1. Schakel je HP-printer uit en trek de voedingskabel eruit.
2. Verwijder de nieuwe cartridge uit de printer.
3. Controleer de metalen contactpunten. Deze bevinden zich meestal aan de zijkant of achterkant van de cartridge en lijken op een plat stuk koper, metaal of soms een printplaat.
4. Controleer het aansluitpunt op de printer. Dit is het deel waar de metalen contactpunten contact maken wanneer ze in de printer zijn geïnstalleerd.
5. Veeg voorzichtig met een schone, pluisvrije en droge doek over de metalen contactpunten en het aansluitpunt.
6. Zorg ervoor dat al het vuil en residu goed zijn verwijderd.
7. Plaats de nieuwe inktcartridge terug in de printer.
8. Zet de printer aan en maak een testafdruk om te zien of de inktcartridge wordt herkend

3. Beschermende tape of strip is niet verwijderd

Ben je vergeten om de beschermende tape of strip te verwijderen voordat je de nieuwe toner- of inktcartridge in de printer hebt geïnstalleerd? Als dat het geval is, kan de HP printer de cartridge niet herkennen. Zorg ervoor dat de beschermende tape of strip is verwijderd om afdrukfouten te voorkomen.

4. Schakel cartridgebescherming van HP uit

HP heeft zijn printers voorzien van firmware die zorgt voor een soepele werking en functionaliteit. Soms kan deze firmware echter voor problemen zorgen, vooral als je compatibele of gereviseerde HP-inktcartridges gebruikt. Het voorkomt dat deze soorten cartridges werken door een "cartridgebeschermingsvergrendeling" op de printer te plaatsen.

Gereviseerde inktcartridges bieden veel voordelen, met name op het gebied van kostenbesparing. Als je van plan bent ze te gebruiken, is het raadzaam om de cartridgebescherming van HP eerst uit te schakelen.

1. Ga naar het configuratiescherm en selecteer Printers en apparaten.
2. Zoek je printer in de lijst, klik er met de rechtermuisknop op en selecteer Eigenschappen, gevolgd door het tabblad Software.
3. Schakel de optie "Printer automatisch bijwerken" uit

5. Verkeerde / defecte inktcartridges

Er bestaat ook een kans dat je defecte of beschadigde inkt- of tonercartridges hebt gekocht. Dit kan de reden zijn waarom de HP-inktcartridge niet werkt. Neem contact op met HP als je problematische inktcartridges hebt ontvangen. Als je compatibele of gereviseerde inktcartridges koopt, zorg er dan voor dat deze afkomstig zijn van een betrouwbare bron zoals Inktkenners.

6. Onjuiste installatie van de cartridge

Je printer herkent de nieuwe inktcartridge mogelijk niet omdat je deze verkeerd hebt geïnstalleerd. Als de inktcartridge niet correct is geplaatst in de aangewezen sleuf en positie van de printer, wordt deze niet gedetecteerd en verschijnt de foutmelding "Geen inktcartridge gevonden". Controleer of je inktcartridges correct zijn geïnstalleerd in de printer.

Door deze mogelijke oorzaken van het niet herkennen van nieuwe inktcartridges te controleren en de juiste stappen te nemen, zou je dit probleem met je HP-printer kunnen oplossen.